In het Modemuseum van Hasselt lopen momenteel twee tentoonstellingen. Eén fototentoonstelling, genaamd 'le regard de PERSONAE' en één modetentoonstelling, genaamd 'Prints'. De fototentoonstelling is van Malou Swinnen. Ze heeft gestudeerd aan de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten in Hasselt, atelier fotografie en is leerkracht plastische opvoeding. Er hangen twee fotoreeksen. Eén reeks met allemaal kleine formaten in zwart-wit en één reeks van grote vierkanten kleurenfoto's. De reeks met kleurenfoto's ('le regard de Personae) is eigenlijk een vervolg op de andere, zwart-wit tentoonstelling ('Personae').
Het is een vervolg, een manier om te laten zien hoe de vrouw getransformeerd wordt met een kledingstuk dat aan haar kleeft als een tweede huid. Enkele van de kledingstukken (die voorbijgaan aan de decoratieve en funtionele aard van het product) zijn ontworpen door grote Belgische namen als: Dries van Noten, Ann Demeulenmeester en Walter Van Beirendonck.
Ik vind dit een heel leuke tentoonstelling. Wat er vooral opvalt, is dat de personen op de foto's 'gewone' mensen zijn. Ze zijn niet speciaal opgemaakt of geïdealiseert en dat charmeerde mij. De kledingstukken die de modellen dragen, zijn vaak allesbehalve draagbaar, maar dat geeft net de sterkte aan de foto's. De kledingstukken geven de personen de er op staan een vervreemdend uitzicht waardoor je langer en dieper gaat kijken.
De hoofdtentoonstelling is nog steeds 'Prints'. Deze tentoonstelling gaat over de geschiedenis in het versieren van onze stoffen sinds 1750. Uiteraard gaat het versieren van stoffen terug tot in de Oudheid, waar met natuurlijke kleuren, afkomstig van planten en dieren, werkten. Het onstaan van de textieldruk in Europa vindt haar oorsprong in het India van 2000 jaren voor onze tijdsrekening. Via handel van de Verenigde Oost-Indische Compagnie weren de stoffen geïntroduceerd in Europa. Het aantrekkelijke kleurgebruik kon de Europeanen verleiden en doen dromen van meer exotische oorden. Op de zolder kan je kledingstukken vinden van 1750-1879, op de eerste verdieping van 1880-1939 en op de begane grond van 1960-2000. Het is dus de bedoeling dat je op de zolder begint en zo je weg naar beneden baant. Op deze manier doorloop je als het ware de geschiedenis van onze textieldruk. Verbazingwekkend is de collectie uit de jaren '60 waar de ontwerpers hun onderwerpen vonden in de Opart,Popart en de hippiecultuur.
Ik draag zelf heel graag kleding met prints dus dit was voor mij absoluut een geweldige tentoonstelling. Ik stond versteld van de prints van vroeger en hoe die de laatste jaren weer allemaal aan het terugkeren zijn. De ontwerpers van de kledingstukken ontgingen mij volledig omdat ik zo druk bezig was met het bekijken van de stoffen en de opdruk. Dit is ook de eerste tentoonstelling waar ik het jammer vond dat ik het niet mocht aanraken. Stof is een gegeven om te voelen en net dat mocht hier niet. Op de zolder stond er een collectie uit de Franse Revolutie en die vond ik echt super om te zien. De hoepelrokken en de, toch, soepele plooival van de kleding spraken mij enorm aan en deden mij een beetje geloven dat ik in de verkeerde tijd geboren ben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten